skip to Main Content

Rijken geven, armen delen …

SchaapjeAfgelopen weekend hadden we een zorgeloos Vrij Zijn weekend, met als thema: Zet je zorgen aan de kant! Een thema dat ons allen aan het hart gaat en waar we allen, van tijd tot tijd, mee te maken krijgen. De lezing waar menig wenkbrauw werd opgetrokken kwam van Willem Ouweneel: Als Gods Zich zorgen maakt …

Dan … is het einde zoek, dachten velen. God is tenslotte alleswetend en alomtegenwoordig. Voordat een probleem zich voordoet, is de oplossing al bij Hem bekend. Te kort door de bocht, aldus Ouweneel, omdat geen menselijke emotie bij God onbekend is. Waarbij zorgen iets anders is dan tobben en piekeren …

Als God Zich geen zorgen maakt, kent hij ook geen mede-lijden? Een woord dat letterlijk staat voor het ‘met de ander meelijden’. Een troostgevende gedachte, maar houdt deze ook stand? Op basis van verschillende bijbelteksten weten we dat God met ons meeleeft: Jezus juicht bijvoorbeeld in Lucas 10, is bedroefd in Johannes 11 (vers 21) en benauwd in Jesaja 63. Veel geloofsvragen kunnen we niet zwart-wit benaderen, omdat we op deze aarde Gods wegen eenvoudigweg niet helemaal kunnen doorzien. God is nu eenmaal oneindig groter dan onze modellen, dat is een gegeven en dat geeft rust. Bij Hem zijn we in Goede Handen. “We don’t yet see things clearly. We’re squinting in a fog, peering through a mist. But it won’t be long before the weather clears and the sun shines bright! We’ll see it all then, see it all as clearly as God sees us, knowing him directly just as he knows us” (The Message, 1 Cor. 13:12)

Een onderwerp dat ook behandeld werd en waar wij dagelijks mee in aanraking komen is: Wie zorgt er voor de armen? Jezus zegt tenslotte in de bijbel dat de armen altijd bij ons zullen zijn (Johannes 12:8). Armoede is ons helaas niet onbekend en kent vele gezichten. Elke keer nemen we opnieuw de beslissing wel of niet aan een nood te (kunnen) voldoen.

De lezing was vooral ook een aanmoediging om de armen vanuit een ander perspectief te bekijken. Zij zijn niet zielig en zitten niet altijd te wachten door ons geholpen te worden. Stel je op gelijke voet en dan zul je ervaren dat de armen juist ons veel meer te bieden hebben dan we aanvankelijk dachten.

Zoals de titel ook al zegt: de rijken geven, maar de armen delen. Hoe vaak ervaren we dit zelf niet aan den lijve. Dat je – ondanks de enorme armoede – zo’n rijke ervaring opdoet in een dorp of gezin. De Levende Liefde was dan zichtbaar, maar vooral zeer voelbaar. Een extra aanmoediging om te geven van wat je zelf nodig hebt (barmhartigheid), niet vanuit je overvloed. Alleen als geven iets kost, zal het onze levens ook veranderen!

We hebben veel mogen ontvangen ter herkauwing de komende tijd. Toch merk ik dat eenmaal terug in ‘de bewoonde wereld’ het verleidelijk is om de zorgen weer op je te nemen. Zorgen over mensen die in gevangenschap leven, voortgang van lopende of juist niet lopende projecten, specifieke financiën, en ga zo maar door. Ik hoor mezelf keer op keer hardop zeggen: God zal zorgen dat het in orde komt, Hij is goed! Hij komt nooit te laat, ook als alle zaken op het tegendeel lijken te wijzen.

Of zoals Corrie ten Boom het schrijft: ‘Iemand zei eens tegen mij: Als ik mij zorgen maak, ga ik voor de spiegel staan en zeg tegen mezelf: “Voor die grote zorg van mij bestaat geen oplossing. Het is veel te moeilijk voor de Here Jezus om daarin te voorzien.” En als ik dat gezegd heb, glimlach ik en voel me beschaamd.’ (Fil. 4: 6,7)

Nog één nadenkertje van Wilkin van de Kamp om mee te stoeien: “Als God een opdracht aan je toevertrouwd, zal deze altijd GROTER zijn dan je aankunt … Opdat je in afhankelijkheid blijft leven met de Goede Herder.”

Back To Top